Lente 2012 .

Binnenkort kunnen we weer!

De komende weken wordt de camper APK gekeurd en opgepimpt. De voornaamste aanpassingen: Er komt een extra zonnepaneel en een nieuwe grote accu. Onze ‘gewone’ gasflessen worden vervangen door LPG exemplaren met buitenaansluiting.

Goede Vrijdag moet alles klaar zijn.

 

Pasen: Een korte trip: ‘Waar de zon ons brengt’.

Half april: Start rondreis Groot Brittannië en Schotland.

 

Pasen 2012: West Vlaanderen ‘De Groote Oorlog’.

Vrijdag 6 april 2012. Toeristenparking Beerstblotestraat, Diksmuide.

Bij Sas van Gent rijden we België in. We hebben dan al een drukke ochtend achter de rug. Op het laatste moment deden zich nog enkele problemen voor bij de camper. Gisteren was Libby bij Riedam in Heinkenszand om luchtvering geplaatst te krijgen. De monteur rook een gaslucht. Bij Gorter bleek één van de pas geplaatste LPG flessen lek. Fabricagefout! Alles er weer uit en de gewone flessen voorlopig terug. Inmiddels heb ik thuis alles zoveel mogelijk klaargezet en doe ik nog een paar laatste boodschappen. Samen buffelen we een dik uur, zodat we net voor enen op stap kunnen. De zon schijnt volop, Overal ontluikt het groen. Prima camperweer. We rammelen van de honger inmiddels. Bij Tielt vinden we een plekje langs de weg. Niet ideaal, maar ja, mooie parkeerplekjes zijn hier dun gezaaid. We rijden verder over een ontzettend slechte betonweg. De luchtvering doet zijn werk. We rijden op wolkjes. Tomesita geeft ons de toeristische route door Diksmuide naar de parking. De parking is geen officiële CP. Er wordt echter vaker overnacht door campers. Het is er vrij kaal, maar praktisch gelegen vlakbij centrum en ijzertoren.

 

Stadslink wandeling, 3 km, monumentenroute.

Volg de klinknagels met het ijzertorenembleem. De toren geeft de richting aan. De parking blijkt aan de route te liggen. Vanuit de camper keken we al uit op de ´Bloemmolens´.Diksmuide is in de 1e wereldoorlog vrijwel volledig verwoest. Met oorlogsschadevergoeding is de stad in regionale Vlaamse renaissancestijl heropgebouwd. De imposante nieuwe bloemmolens werden langs de Handzamevaart, origineel langs de IJzer gelegen, opgetrokken. Vanaf 1937 verschaften ze werk in de door de 1e wereldoorlog zwaar getroffen streek.

Een eindje verder vloeien Handzamevaart en IJzer samen, hier stond in de Middeleeuwen een versterkt kasteel als voorpost ter verdediging van de stad. Diksmuide evolueerde in de 11e-12e eeuw tot de eerste IJzerhaven, een vitaal regionaal handelscentrum. Nu biedt de Portus Dixmuda ligplaatsen voor de pleziervaart. De IJzertoren doemt voor ons op. Wij bewaren een nadere verkenning tot morgen en lopen richting Grote Markt.

Dit is het centrum van pittoresk Diksmuide. Helaas staat de grote markt vol met tenten en kermisattracties vanwege de paasfair. Het is dus even zoeken naar het Manneke uut de Mane, het symbool voor de Vlaamse humor. Nog meer verstopt staat het standbeeld van de omstreden Generaal Alphonse Jacques. Naast de VVV, de Boterhalle. Diksmuide is nog steeds bekend als Boterstad. Aan de andere kant het in 1923 nieuw gebouwde stadhuis met belforttoren. Daarachter de Sint Niklaaskerk ook herbouwd en in 1940 opnieuw getroffen.

 

 

Door de stationswijk komen we buiten de vestinglijn van de stad. Verder door het stadspark ´Den Botanieken Hof´. Het huidige postkantoor is gevestigd in een fraaie (herbouwde) voormalige patricierswoning. Tijdens de 80jarige oorlog verbleef de Spaanse gouverneur er. Onderlangs de kaaimuur lopen we langs de Stadsvaart of Handzamevaart naar de Vismarkt. Er wordt in brons nog steeds vis schoongemaakt.

Nog even een bezoekje aan het idyllische Begijnhof, er wonen nu verstandelijk gehandicapten. Er wordt geld gezocht voor verdere renovatie. Genoeg voor vandaag. Tijd voor een hapje en drankje.

 

 

 

Zaterdag 7 april 2012 na fietstocht transfer naar Camping Ieper.

Na 11.30 uurwas het doodstil op onze overnachtingsparking in Diksmuide. We slapen als op wolkjes. Vorige week kochten we een wellpur memoryschuim topmatras. Prima investering. 

Themafietstocht: Nooit meer oorlog, 40 km.

We zitten al vroeg op de fiets. Het is fris, bewolkt, af en toe miezert het en heel af en toe zien we de zon.. De IJzertoren is nog gesloten. Geeft niet, de hele route ademt 1914-1918. Vlakbij de Calvarie, bedoeld als religieus gedenkteken voor alle aan de IJzer gesneuvelde geallieerde soldaten.

 

 

 

 

 

Een paar kilometer noordelijk langs de IJzer de ‘Dodengang’. Een paar kilometer gerenoveerde loopgravenstelling. Hier verbleven soldaten soms wel 4 jaar of totdat ze sneuvelden. Gruwelijk, niet voor te stellen.

Volgende stops: Het Onze-Lieve-Vrouwhoekje, tot de 1e wereldoorlog lag hier de dorpskern van Stuivekenskerke. Nu is het een herdenkingsplek, met curieus o.a. een monument voor de artillerie op de fiets.

De oude spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide vormde een waterkering voor de overstroming van de IJzervlakte en meteen de eerste verdedigingslinie. Nu fietsen wij over deze Frontzate. We zien een rijtje bakstenen schuilplaatsen, enkele gerenoveerd met zandzakken.

Het nieuwe Stuivekenskerke ligt wat verderop. Het landgoed Viconia is nu een hotel. In de 1e wereldoorlog was het samen met de dorpskern een belangrijke Duitse voorpost tegenover de Belgische voorpost van het Onze-Lieve-Vrouwhoekje.

 

Verder fietsend door het hier vlakke Vlaanderenland passeren we regelmatig kleine herdenkingspunten. In Keiem vinden we de Belgische militaire begraafplaats. Hier liggen 590 soldaten uit de 1e wereldoorlog, waarvan 364 onbekend. De meeste gesneuveld tijdens de 1e slag om de IJzer oktober 1914. We steken de Brugse Heirweg over, een oude Romeinse Heirweg en passeren het Boswachterhuis in het Praetbos. Dit dichte bos vormde voor de Duitsers een veilig onderkomen dicht bij het IJzerfront. Het vakwerk boswachtershuis was een Duitse officiersmess.

De Duitse militaire begraafplaats van Vladso vormt de apotheose van onze fietstocht. Friedhof. Hof van Vrede. Nu wel, met zijn sobere stenen en aan het eind ´Het treurend ouderpaar´ de wereldberoemde beeldengroep van de Duitse Kàthe Kollwitz. Haar gesneuvelde zoon ligt hier begraven. De moeder klapt bijna dubbel van smart, de vader kijkt verbeten, vermant zich. Elk alleen in zijn verdriet, nationaliteit telt niet.

In Vladso bezoeken we nog de kleine herdenkingskapel, gebouwd van afbraakmateriaal van de oude Romaanse kerk. Op het marktpleintje duiken we het praat/eetcafé binnen. Frietjes hebben ze er niet, maar wel warme thee/koffie met een lekker Belgisch chocolaatje. De kachel brandt. Goed opgewarmd rijden we de laatste kilometers naar Diksmuide met de wind in de rug.

Camping Ieper.

Ondanks een wegomlegging is het niet ver naar onze volgende verblijfplaats. De camperplaats voor de camping blijkt ‘volzet’. Electronisch kunnen we nog net één plaatsje boeken op de camping zelf. Later vertelt de receptioniste dat vrijwel iedereen hier vooraf reserveert. Ook voor de CP. We hebben dus mazzel dat er nog net een plekje was.

We zijn hartstikke moe van deze dag, vandaag geen bezoekje meer aan de stad. Het bijwonen van de Last Post aan de Menenpoort, elke avond om 8 uur zit er voor ons vandaag ook niet in.

 

 

 

 

 

Zondag 8 april 2012, 1e Paasdag, deel Vredesfietsroute, 43 km. 

Eigenlijk zijn we toe aan een rustdag, maar de zon schijnt zo lekker. Morgen schijnt het veel te gaan regenen. De keus is snel gemaakt. Toch maar fietsen vandaag.

Meteen als we langs de vestingwallen fietsen zien we aan de overkant al een oorlogskerkhof liggen, de Ramparts Cemetry. Er volgen nog vele vandaag, want de omgeving van Ieper ligt letterlijk bezaaid met kerkhoven en herdenkingsmonumenten. Om stil van te worden, iedere keer weer. Al die jonge mannen.

Spoilbank cemetery, Chester Farm cemetry, Woods Cemetry, Hill 60 en Caterpilar crater, één van de beruchte slagvelden van W.O.1.

 

 

 

 

 

 

Hill 62 en het Sanctuary Wood Cemetery. De heuvel is ingericht als statige gedenkplaats, bovenop de hoogte staat het Canadese gedenkteken. Gedenkteken Princess Patricia Light Infantry, Poligon Wood cemetery , een 5hoekig opgebouwde militaire begraafplaats met 100 graven onder treurende zilverberken.

Er tegenover ligt het Buttes New British cemetery, volgens de beschrijving één van de meest ontroerende militaire begraafplaatsen van de frontstreek. Op een hoge berm staat een obelisk met de wapenfeiten van de 5e Australische divisie en achter de begraafplaats het missing memorial, in de vorm van een Griekse tempel. In het Kasteelpark van Zonnebeke kun je het Memorial Museum Paschendale 1917 bezoeken.

Wij fietsen verder naar het indrukwekkende Cemetery Tyne Cot. We worden eerst door het bezoekerscentrum geleid. In 2007 geopend door Koningin Paola (B) en Queen Elisabeth (GB). Hier krijgen namen een gezicht. Zo indrukwekkend. Daarna die eindeloze rijen met kruisen op het kerkhof zelf.

We snijden een stuk van de route af. Het maakt niet uit. Op deze willekeurig gekozen route komen we langs Dochy Farm cemetery, Bridge House cemetery, Buffs Road cemetery, New Irish Farm cemetery, La Belle Alliance cemetery en Essex Farm cemetery tot we het Kanaal Ieper IJzer bereiken.

Aan dit kanaal ligt het Essex Farm cemetery en het gedenkteken voor de 49e Divisie. Er zal wel geen gedicht over de oorlog bestaan dat zo vaak wordt benoemd als ‘In Flanders Fields the poppy’s blow’. Voor mij extra bijzonder omdat ik dit gedicht als 16 jarig meisje moest citeren en verklaren (!?) op het mondeling Engels van de MULO. Het kerkhof ziet rood van de jackjes van Canadese studenten, die Canadese vlaggetjes en rode ‘poppy’s’ bij de graven zetten.

Langs het kanaal fietsen we Ieper binnen tot op de imposante Grote Markt. Door de Menenpoort verlaten we de stad en zijn dan al vlakbij de camping. De hele dag was het fris maar zonnig. Nu hangt er een donkere wolk boven ons. We zijn net binnen als het begint te regenen.

 

Maandag 9 april 2012, 2e Paasdag. Parking Leopoldlaan Ieper.

Voor elf uur moeten we van de camping/camperplaats af zijn. Alle tijd om wat langer te blijven liggen en ontspannen te ontbijten. Camping Jeugdstation is een kleine goedverzorgde, zeer georganiseerde camping. Ietwat omslachtig geregeld, met de bedoeling dat je er op ieder tijdstip op/af kunt. De camperplaatsen liggen net buiten de campingslagboom. Chemisch toilet ledigen bij het campingsanitair. Voor het schoon/vuilwater gebeuren is er een sanistation naast de slagboom op de camperplaats. Als dat allemaal gebeurd is, de slagboom door, stoppen, pasje inleveren en borg terug via de receptie of automaat.

Wij rijden een blokje om van anderhalve kilometer en installeren ons langs de stadsgracht met zicht op het bolwerk en de skyline van Ieper. Eigenlijk vinden we dit net zo prettig. Wij zijn meer van het vrije camperleven.

Gister toen we op de fiets van de camping vertrokken hadden we gezien dat hier verschillende campers stonden. Leen kende deze gedoogplek al via de campersite van een Spanjaard.

Tijd voor koffie/thee en rustige activiteit.

Stadswandeling Ieper, 4,5 km.

Het is maar goed dat we gisteren gefietst hebben. Vandaag is het zwaar bewolkt en kkkouddd!!! Goed ingepakt gaan we op stap. Over de fietsbrug meteen de Ramparts op, het vestingbolwerk in de huidige structuur is het werk van de Franse vestingbouwkundige -daar istie weer- Sebastian le Prestre Vauban. Tijdens de 1e W.O. weerstaan de gewelven de zwaarste beschietingen. In de overdekte zalen, gangen, kazematten zijn dan slaapzalen, hoofdkwartieren en ziekenzalen ingericht. Nu is het een uniek wandelgebied. Onder een voorhistorischachtig bouwseltje komen we warempel een paar bekenden tegen. Tibeert de kater en Reijnaert de Vos.

De Rijselse (Lille) poort is een water en landpoort. Onze beschrijving meldt dat het door deze poort in WO1 ietsje veiliger was voor de soldaten om de stad te verlaten dan door de Menenpoort, omdat ze minder onder de beschietingen door de Duitse artillerie lag. Velen marcheerden door deze poorten om te gaan vechten, slechts weinigen keerden terug.

Bij de poort zien we het café ‘t Klein Rysel in WO1 stijl Er naast het houten huis, een reconstructie van een typische woning uit 1575. In het begin van de 19e eeuw waren er nog zo’n 90 houten huizen in Ieper.

Een klein ommetje brengt ons bij het voormalig Sint-Jansgodshuis, 13e eeuwse armenzorg. Eén van de weinige gebouwen in Ieper die in de grote oorlog niet volledig vernield zijn. Nu is het Stedelijk Museum er in ondergebracht.

We beklimmen opnieuw de vestingwal en komen meteen bij het kleine oorlogskerkhof dat we gister al vanaf de fiets zagen. Het Ramparts Military Cemetery. Opmerkelijk: Naast Britten, Canadezen en Australiers zijn er ook soldaten uit Nieuw Zeeland begraven, allen Maori.

Verder lopend komen we voorbij 2 oude bastions, eerst de Leeuwentoren, door Vauban afgeplat. Er loopt een poterne, een ondergrondse bomvrije gang door de aarden vestingwal naar de binnenstad. De 2e ook afgeplat is de Predikherentoren, genoemd naar een voormalig kloosterdomein in de buurt. Aan het eind van de vestingwal stuiten we op 2 geschutskoepels uit de 1e wereldoorlog, door de Engelsen Pillbox genoemd.

Door de Rijsselse straat lopen we de stad in. We passeren het Museum Godshuis Bell. Ooit armenhuis groeide het uit tot hospitaal. Het heeft een bijzondere gevelsteen.

Op de Grote Markt aangekomen lopen we langs de enorme lakenhal rechtsom naar het monument voor de Ieperse gesneuvelden, in de volksmond de Ieperse Furie genoemd. De onthulling van dit monument in 1926 ging gepaard met hevige rellen. De toenmalige Vlaamse Nationalisten krijgen naar hun zin een te kleine rol bij de ceremonie, Er ontstaan rellen, de rijkswacht voert een charge uit, er vallen gewonden. De Vlaamse pers hekelt het brute optreden van de rijkswacht en spreekt van de Ieperse Furie.

De kathedraal is tijdens WO1 met de grond gelijk gemaakt en heropgebouwd. Binnen o.a het graf van Robrecht de Bethune, de 'Leeuw van Vlaanderen' en een groot roosvenster met een gebrandschilderd raam ter ere van Koning Albert I

Weer buiten komen we op de plantjesmarkt terecht, maar eerst zoeken we een echte Vlaamse frituur op.

Het Kattekwaad. Ieper is behalve Lakenstad ook Kattestad. In mei is er een groot kattenfestival. Nu al hoor je in het centrum overal kattengemiauw-gejammer. Als je omhoogkijkt ontdek je overal katten met gebogen rug

Wij eten friet met stoofvlees. Voor Leen een zo´n enorme portie dat hij het niet op kan.

Met een zak vol plantjes verlaten we de markt, door de Menenpoort lopen we het laatste stukje vestingwal en stuiten daar op het gedichtenmuurtje. Van de Britse oorlogsdichter Edmund Blunden en van Herman de Coninck, die 80 jaar na data zijn eigen oorlogsgedicht schrijft.

 

Last Post ceremonie.

Tegen 8en lopen we naar de Menenpoort en wonen de Last Post ceremonie bij. Iedere avond om 8 uur stipt wordt onder de indrukwekkende Menenpoort de ‘Last Post’ geblazen. Het verkeer valt eventjes stil. De blazers van de vrijwillige brandweer stellen zich op en marcheren naar het midden van de straat. Al in 1928 is de vrijwillige brandweer begonnen met deze ingetogen ceremonie. Alle dagen, zomer of winter, nat of droog, warm of koud…Iedere dag opnieuw. In de 2e wereldoorlog vond de ceremonie een tijdlang niet onder de Menenpoort plaats. Toen werd de ceremonie overgenomen door ‘The Brookwood Barracks’ in Engeland. Soms is het een eenvoudig gebeuren, soms is er wat meer ceremonie bij. Deze avond is er na de Last Post een kranslegging door 2 Engelse dames. Daarna spreekt een Schotse voorman van een groep jongeren een gebed uit. Tot slot weer de blazers. Voor ons een passende afsluiting van deze Groote Oorlog trip.

 

Dinsdag 10 april 2012, terug op honk.

Het regent, regent onafgebroken. We hebben het plan vandaag het Vlaamse heuvelland te verkennen door het zuidelijke deel van de Flanders Field autoroute te rijden. Via de hoppestad Poperinge, door schilderachtige dorpjes, over de Westvlaamse bergen naar het letterlijk hoogtepunt, de Kemmelberg. Tot slot nog een bezoekje aan Mesen, de kleinste stad van België, op de grens met Frankrijk.

Het weer werkt niet uitnodigend. We zijn de afgelopen dagen heel actief geweest. We gooien de plannen om en rijden via N wegen, dat wel, naar huis.

Op de rondweg van Kortrijk gaat het mis. We nemen een afslag te vroeg en komen in het dorpje Kuunre terecht. We rijden op de straatweg richting N43 als we ineens een klap horen, het voelt of de camper even vastgehouden wordt. Wij zoeken de parkeerstrook op, een grote Amerikaanse SUV komt terug. Op onze spiegel zit wat blauwe verf, corresponderend met de kleur van de SUV. Verder kunnen we geen enkele beschadiging ontdekken, niet bij ons, niet bij de SUV. Het valt dus allemaal nogal mee en vriendelijk nemen we afscheid van elkaar. Zonder verdere problemen rijden we verder, het regent onafgebroken door. Maar dan, de Westerscheldetunnel uit is het droog en doet de zon erg zijn best om door te breken. Het thema van deze trip was: Waar de zon ons brengt. Op een prachtig zonnige dag kwamen we in Diksmuide aan. Op de fietsdagen hield de zon ons ook gezelschap. De wandeldagen waren bewolkt, maar voornamelijk droog. De regen viel gezellig als we in de camper waren. Vandaag dan volop regen, maar droog weer thuis. Het was interessant, we waren actief, kortom een prima campertrip.

 

A.s. zondag start van de lentereis: Engeland-Schotland.

Blijf ons volgen.